Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

 

Artikel 1062
1
De tenuitvoerlegging in Nederland van een geheel of gedeeltelijk arbitraal eindvonnis dat niet vatbaar is voor arbitraal hoger beroep dan wel uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, of van een geheel of gedeeltelijk eindvonnis, gewezen in arbitraal hoger beroep, kan eerst plaatsvinden nadat de voorzieningenrechter van de rechtbank, ter griffie waarvan het origineel van het vonnis volgens artikel 1058, eerste lid, moet worden nedergelegd, daartoe op verzoek van een der partijen verlof heeft verleend.
2
Het verlof wordt aangetekend op het origineel van het vonnis of, zo geen nederlegging heeft plaatsgevonden, opgenomen in een beschikking. De griffier zendt ten spoedigste aan de partijen een gewaarmerkt afschrift van het vonnis, met het daarop aangetekend verlof tot tenuitvoerlegging of een gewaarmerkt afschrift van de beschikking waarbij het verlof tot tenuitvoerlegging is verleend.
3
Staat arbitraal hoger beroep open, dan kan het verlof tot tenuitvoerlegging van een in eerste aanleg gewezen arbitraal vonnis dat niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, eerst worden gegeven nadat de voor dat arbitraal hoger beroep geldende termijn ongebruikt is verstreken, dan wel eerder, indien schriftelijk van hoger beroep afstand is gedaan.
4
Verleent de voorzieningenrechter van de rechtbank het verlof tot tenuitvoerlegging, dan staan de wederpartij van de verzoeker slechts de rechtsmiddelen genoemd in artikel 1064, eerste lid, open. Vernietiging of herroeping van het arbitraal vonnis brengt van rechtswege die van het verlof tot tenuitvoerlegging met zich mede.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •